|
|
|
|
1.
e4
c5
Siciliaans
Deze zet werd in de 17e eeuw o.a. gespeeld door de Siciliaanse priester Don Pietro Carrera en dit was voor de Britse schaker Jacob Henry Sarratt de reden om deze verdediging het Siciliaans te noemen. Deze zet werd al in 1594 behandeld door Giulio Polerio in zijn boek over het schaken. Het Siciliaans is de populairste opening, waarschijnlijk omdat zwart al direct de stelling uit evenwicht brengt en daardoor vanaf de eerste zet op winst kan spelen.
2.
Pf3
d6
3.
d4
cxd4
4.
Pxd4
Pf6
5.
Pc3
e6
Scheveninger
In de Scheveninger is zwart tevreden met een "klein" centrum om vervolgens kort te rokeren. Het is één van zwarts meest ambitieuze varianten in het Open Siciliaans en werd o.a. gespeeld door Garry Kasparov. De naam is ontstaan toen Max Euwe deze zet voor het eerst speelde tegen Geza Maroczy in Scheveningen in 1923.
6.
g4
Keres aanval
Wit maakt gebruik van het feit dat 5... e6 de zwarte loper op c8 blokkeert en hij wil met g5 het zwarte paard terugdringen. Het werd voor het eerst in 1943 gespeeld door Paul Keres in zijn partij tegen Efim Bogoljubow.
6...
h6
Zwart houdt nog even g5 tegen, maar het nadeel is dat hij zijn koningsvleugel verzwakt en daardoor niet meer kort kan rokeren.
7.
Lg2
Pc6
8.
h3
Zwart heeft hier de keus uit: |
| |
|