|
|
|
Nimzo-Indisch Het Nimzo-Indisch werd in 1914 geïntroduceerd door Aron Nimzowitsch. In tegenstelling tot de meeste Indische openingen is er geen directe fianchetto. Met de tekstzet voorkomt zwart e2-e4 en wil hij wit een dubbelpion bezorgen. Sämisch variant De Sämisch variant, genoemd naar Fritz Sämisch, is een directe methode om het idee van zwart te weerleggen, ten koste van een tempo en een dubbelpion. Zwart heeft echter laten zien dat de structurele zwaktes in de witte stelling zwaarder wegen dan diens aanvalskansen en daarom wordt deze variant nog maar zelden gespeeld. Wit kan nu e2-e4 spelen zonder dat hij zich zorgen hoeft te maken om c7-c5, aangezien de pion op d4 gedekt staat. Wel is zijn pion op c4 zwak en deze pion zal zwart proberen aan te vallen. Een logische zet. Zwart oefent druk uit op het centrum en hij fixeert de zwakke pion op c4. Een idee van Paul Keres. De zet ziet er vreemd uit, maar is zeer logisch. Wit geeft het centrum op en in plaats daarvan opent hij lijnen voor zijn zwart-veldige loper. Het voordeel van het loperpaar wordt teniet gedaan door de slechte pionnenstructuur van wit. Indien zwart nu met zijn dame of zijn paard op c3 slaat krijgt wit een bijna beslissend voordeel. Over deze stelling is een survey verschenen in New In Chess jaarboek 16. Deze zet wordt het meeste gespeeld en is het meest flexibel.
|