|
|
|
Nimzo-Indisch Het Nimzo-Indisch werd in 1914 geïntroduceerd door Aron Nimzowitsch. In tegenstelling tot de meeste Indische openingen is er geen directe fianchetto. Met de tekstzet voorkomt zwart e2-e4 en wil hij wit een dubbelpion bezorgen. Rubinstein variant De Rubinstein variant is genoemd naar Akiba Rubinstein en wordt door wit het meest gespeeld in het Nimzo-Indisch. Wit gaat verder met zijn ontwikkeling voordat hij een plan trekt. Doordat er geen directe dreigingen zijn heeft zwart de keus uit vele mogelijkheden, waardoor deze variant strategisch één van de meest complexe systemen van alle openingen is. Deze normale ontwikkelingszet wordt het meest gespeeld. Met deze zet is één van de meest gespeelde varianten in de schaaktheorie op het bord verschenen. Larsen variant De Larsen variant is genoemd naar Bent Larsen en was in de jaren 70 van de 20e eeuw een favoriet van Anatoly Karpov. Zwart wacht met slaan op c3 totdat wit heeft geslagen op c5. Indien wit niet slaat op c5, speelt hij Lb6 met druk tegen de d-pion. Wit wil de pion op d4 dekken met een toren en tevens bereidt hij La2-b1 voor met druk op de zwarte koningsvleugel. Riskant maar goed. Zwart bereidt e6-e5 voor zonder dat hij zich zorgen hoeven te maken om Pd5. Deze stelling is moeilijk te beoordelen. Zwart dreigt een kwaliteit te winnen met Lb6, maar wit heeft een extra pion en een imposant centrum. |