|
|
|
Nimzo-Indisch Het Nimzo-Indisch werd in 1914 geïntroduceerd door Aron Nimzowitsch. In tegenstelling tot de meeste Indische openingen is er geen directe fianchetto. Met de tekstzet voorkomt zwart e2-e4 en wil hij wit een dubbelpion bezorgen. Capablanca variant Deze variant is genoemd naar Jose Raoul Capablanca die het regelmatig speelde sinds het einde van de jaren 20 van de 20e eeuw. Echter werd het al in 1915 door Alexander Alekhine gespeeld. De Capablanca variant wordt ook wel de Klassieke variant genoemd en was tot de jaren 50 van de 20e eeuw de meest gespeelde variant van het Nimzo-Indisch. In deze variant wil wit graag het loperpaar zonder zijn pionnenstructuur aan te tasten. Het nadeel van deze zet is dat wit zijn dame minimaal twee keer moet zetten en dat de ontwikkeling van zijn koningsvleugel vertraging oploopt. Over deze stelling verscheen een artikel in New In Chess jaarboek 13. Het meest gespeeld. Met deze flexibele voortzetting legt zwart zich nog niet vast. Het meest natuurlijke en ook het meest gespeelde. Deze zet werd voor het eerst gespeeld door John van der Wiel in zijn partij tegen Nogueiras (Thessaloniki 1988) en sindsdien is zijn populariteit enorm toegenomen. Het vervangt het "klassieke" 7... Lb7. Zwart wil de mogelijkheid om zijn loper naar a6 te spelen open laten. F. van Maasakker - E. de Ridder (Nijmegen 1996) |