|
|
|
|
1.
d4
Pf6
2.
c4
g6
3.
Pc3
Lg7
Konings-Indisch
Zwart geeft wit controle over het centrum zodat hij het later kan aanvallen met e7-e5 of c7-c5. Tot de jaren 30 van de 20e eeuw werd dit plan met wantrouwen bekeken, totdat door drie sterke Oekraïense schakers (Alexander Konstantinopolsky, Isaac Boleslavsky en David Bronstein) met hun analyses en partijen het Konings-Indisch populair werd. Daarna hebben o.a. Garry Kasparov, Bobby Fischer en Mikhail Tal het Konings-Indisch gespeeld.
4.
e4
Het meest natuurlijke.
4...
d6
Zwart voorkomt 5.e5. Dit is de hoofdvariant van het Konings-Indisch.
5.
f3
Sämisch variant
Deze variant is genoemd naar Friedrich Sämisch die het systeem ontwikkelde in de jaren 20 van de 20e eeuw. O.a. Mikhail Botvinnik, Mikhail Tal, Tigran Petrosian, Boris Spassky, Anatoly Karpov en Garry Kasparov hebben de Sämisch variant gespeeld.
5...
0-0
6.
Le3
Pbd7
Een natuurlijke en flexibele zet. Zwart bereidt zowel c7-c5 als e7-e5 voor. John Nunn heeft deze zet regelmatig gespeeld en ook Garry Kasparov speelde het een paar keer. Een nadeel is dat het paard op d7 daar niet ideaal staat.
7.
Dd2
c5
Wit heeft hier de keus uit: |
| |
|