|
|
|
Konings-Indisch Zwart geeft wit controle over het centrum zodat hij het later kan aanvallen met e7-e5 of c7-c5. Tot de jaren 30 van de 20e eeuw werd dit plan met wantrouwen bekeken, totdat door drie sterke Oekraïense schakers (Alexander Konstantinopolsky, Isaac Boleslavsky en David Bronstein) met hun analyses en partijen het Konings-Indisch populair werd. Daarna hebben o.a. Garry Kasparov, Bobby Fischer en Mikhail Tal het Konings-Indisch gespeeld. Het meest natuurlijke. Zwart voorkomt 5.e5. Dit is de hoofdvariant van het Konings-Indisch. Vier pionnen aanval Wit bouwt een breed pionnencentrum op. Zwart ontwikkelt eerst zijn stukken alvorens het centrum aan te vallen met e7-e5, c7-c5 of f7-f5. Zwart wil wit ontmoedigen om e4-e5 te spelen. Deze zet werd o.a. door Teimour Radjabov gespeelt. |