|
|
|
Konings-Indisch Zwart geeft wit controle over het centrum zodat hij het later kan aanvallen met e7-e5 of c7-c5. Tot de jaren 30 van de 20e eeuw werd dit plan met wantrouwen bekeken, totdat door drie sterke Oekraïense schakers (Alexander Konstantinopolsky, Isaac Boleslavsky en David Bronstein) met hun analyses en partijen het Konings-Indisch populair werd. Daarna hebben o.a. Garry Kasparov, Bobby Fischer en Mikhail Tal het Konings-Indisch gespeeld. Het meest natuurlijke. Zwart voorkomt 5.e5. Dit is de hoofdvariant van het Konings-Indisch. Sämisch variant Deze variant is genoemd naar Friedrich Sämisch die het systeem ontwikkelde in de jaren 20 van de 20e eeuw. O.a. Mikhail Botvinnik, Mikhail Tal, Tigran Petrosian, Boris Spassky, Anatoly Karpov en Garry Kasparov hebben de Sämisch variant gespeeld. Sämisch gambiet Dit gambiet werd eerst als dubieus beschouwd en daarom werd het voor de jaren 80 van de 20e eeuw slechts zelden gespeeld. Tegenwoordig heeft het een goede reputatie en werd het o.a. door Valery Chekhov, Alexander Khalifman, Alexei Shirov en Boris Gelfand. Echter kan een witspeler die goed voorbereid is varianten spelen die gedwongen tot remise leiden. Wit heeft een extra pion en een solide centrum, terwijl de dames van het bord zijn. Zwart daarentegen heeft een ontwikkelingsvoorsprong, terwijl de witte ontwikkeling gestoord wordt door de pion op f3. Bovendien heeft zwart de diagonaal a1-h8 en heeft wit een gat op d4. Wit valt de pion op e7 aan en hij sluit de d-lijn. Hiermee verwaarloost hij echter zijn ontwikkeling. Zwart heeft goede compensatie voor de pion. |