home nieuws agenda interne competitie jeugd interactief over smb contact
schaakbeelden
links
openingen database
overzicht openingen
uitleg database

 


1. d4 d5
Tot 1920 dacht men dat dit de enige goede zet was.
2. c4
Het damegambiet is één van de oudst bekende openingen. Luis Ramoirez de Lucena beschreef het al in 1497 en het wordt in het Göttingen manuscript vermeld. Echter pas sinds 1873 wordt het damegambiet regelmatig gespeeld. In de match om het wereldkampioenschap tussen Jose Raul Capablanca en Alexander Alekhine in 1927 verscheen het in 32 van de 34 partijen op het bord.
2... e6
Geweigerd damegambiet Zwart kan op verschillende manieren het Damegambiet weigeren, maar alleen deze zet draagt de naam Geweigerd damegambiet. Zwart krijgt een solide stelling en hij maakt meteen de weg vrij voor zijn loper op f8, hoewel de loper op c8 nu ingesloten wordt.
3. Pc3 c5
Tarrasch verdediging Deze verdediging is genoemd naar Siegbert Tarrasch die de mobiliteit van zwart belangrijker vond dan de geïsoleerde pion. De Tarrasch verdediging is gezond, hoewel sommige hieraan twijfelen vanwege de zwakke pionnenstructuur. In 1969 speelde Boris Spassky de Tarrasch verdediging maar liefst vijf keer in de match om het wereldkampioenschap tegen Tigran Petrosian, met als resultaat vier remises en één winstpartij. Later heeft ook Garry Kasparov verschillende keren deze opening gespeeld.
4. cxd5
De meest principiële zet: zwart wordt onmiddellijk met een (potentiële) geïsoleerde pion opgescheept.
4... exd5
Het meest gespeeld.
5. Pf3 Pc6 6. g3
Wit wil zijn loper naar g2 ontwikkelen, vanwaar het de zwakke pion op d5 aanvalt. De tekstzet werd voor het eerst in 1908 gespeeld door Carl Schlechter. Akiba Rubinstein was met deze variant zo succesvol dat de Tarrasch verdediging tot de jaren 60 van de 20e eeuw bijna niet meer gespeeld werd.
6... Pf6 7. Lg2 Le7 8. 0-0 0-0
De uitgangsstelling van de Tarrasch verdediging. Wit heeft nu de keus uit vele mogelijkheden.
9. dxc5
Wit creëert direct een geïsoleerde pion zodat zwart geen kans krijgt om c5-c4 te spelen.
9... Lxc5 10. Lg5
De enige zet die zwart zorgen geeft.
10... d4 11. Lxf6! Dxf6 12. Pd5!
Een idee van Jan Timman uit de jaren 70 van de 20e eeuw.
12... Dd8 13. Pd2
Wit wil dit paard naar c4 of b3 spelen en het andere paard via f4 naar d3.
13... Te8 14. Tc1 Lb6
Zwart moet de loper op de diagonaal a7-g1 houden, anders valt de pion op d4 na Pb3.
15. Pc4 Lg4 16. Te1 La5!?
Zwart dwingt wit om zijn mooie paard op c4 te ruilen.
17. Pxa5 Dxa5 18. b4!? Pxb4! 19. Dxd4! Pxd5 20. Dxg4 Tad8
De stelling is in evenwicht. De witte loper is beter dan het zwarte paard, maar zwart heeft als compensatie een pionnenmeerderheid op de damevleugel.