|
|
|
Spaans Het Spaans is genoemd naar de Spaanse priester Ruy López de Segura. Hij maakte in 1561 een schematische studie van schaakopeningen in zijn boek "Libro del Ajedrez". Daarvoor werd deze opening al behandeld in het Göttingen manuscript van rond 1490. Pas halverwege de 19e eeuw werd het Spaans populair dankzij Carl Jaenisch. Deze zet wordt het meest gespeeld. Zwart wil de witte loper op b5 wegjagen. Gesloten Spaans Wit wil voorkomen dat zwart Lg4 speelt na d4. Zwart heeft nu de keus uit vele varianten wat aantoont dat de positie zeer flexibel is. De partij wordt gekenmerkt door het vele gemanoeuvreer. Breyer variant Deze zet werd zogenaamd door Gyula Breyer voorgesteld in een ongepubliceerd document uit de jaren 20 van de 20e eeuw. Echter dit document is nooit gevonden en Breyer zelf heeft deze zet nooit gespeeld. O.a. dankzij de overwinning van Boris Spassky op Mikhail Tal in Tbilisi in 1965 werd de variant populair. Na 9... Pb8 kan zwart de c-pion spelen terwijl het paard naar d7 gaat vanwaar het de pion op e5 ondersteunt. Het zwarte paard op d7 dekt het centrum, terwijl de zwarte loper op b7 het centrum aanvalt. Natuurlijk niet 11... Te8?? 12.Lxf7! Kxf7 13.Pg5 en zwart verliest zijn dame. Wit dekt de pion op e4 zodat hij 13.Pf1 kan spelen. Op het eerste gezicht een vreemde zet omdat zwart de loper op b7 blokkeert, maar dit is slechts tijdelijk. Deze zet wordt minder vaak gespeeld dan 15.b3. Zwart dwingt wit om te slaan op b5, omdat 16.a5 gunstig voor zwart is. Deze solide zet is de belangrijkste voortzetting, ook al is remise het beste waar zwart op kan hopen. Zwart wil op e5 met een stuk terugslaan en daarmee houdt hij de opties d6-d5 en c6-c5 open. Het is moeilijk te zien wat wit anders kan spelen. Zwart staat nog steeds onder lichte druk. V. Anand - M. Carlsen (Nanjing 2010) |