home nieuws agenda interne competitie jeugd interactief over smb contact
schaakbeelden
links
openingen database
overzicht openingen
uitleg database

Notatieboekje

Schaakbeeld 3, zaterdag 20 maart 2010
Stel je voor: een voetballer die bij elke trap of kopbal noteert waar dat op het veld gebeurt en waar op het veld de bal vervolgens terecht komt. Of een schaatser die elke baanwissel noteert: binnen... buiten... binnen... binnen. Of een marathonloper die na elke kilometer eventjes stopt om op te schrijven op welke plek precies hij weer een kilometer heeft afgelegd, hoe het uitzicht is en hoeveel lopers (de enige schaakstukken die aan een marathon meedoen) er voor en achter hem zijn. Tamelijk idioot.

Stel je voor: een schaker die na elke zet opschrijft welk stuk hij heeft gespeeld, op welk veld dat stuk eerst stond, naar welk veld het stuk is gegaan en welk stuk van de andere partij hij daarbij eventueel heeft weggenomen. Tamelijk idioot.

In elk geval is het maar raar wat schakers doen. Kinderen voelen dat haarfijn aan. Ga maar eens naar de speelavond van de jeugd van je vereniging. Dan zul je zien dat die kinderen het noteren (bijna) allemaal maar niks vinden en het verdommen te doen, ook als de jeugdleider het voorschrijft.

Dammers, een volkje waarover ik mij blijf verbazen, hebben ook een notatieboekje. Minder ingewikkeld, want ze hebben maar één soort stukken. Alleen maar schijven. Met schaken en dammen zijn denk ik wel alle sporten genoemd die aan noteren doen. Bridgers schijnen ook wel met papiertjes (loopbriefjes) te werken, maar dat lijkt niet op een notatieboekje. Evenmin als het opschrijfblokje bij een potje yahtzee.

Wie heeft het noteren en het notatieboekje voor schakers eigenlijk uitgevonden? En waarom zijn het juist (sommige) denksporters die blijkbaar iets dergelijks moeten gebruiken? De betere schakers hebben zo'n boekje niet nodig. Zij kunnen nog jarenlang feilloos de door hen gespeelde partijen uit hun hoofd reproduceren. En de mindere schakers hebben zo'n boekje evenmin nodig, want zij hebben niets te reproduceren wat de moeite waard is om te reproduceren. Bovendien hebben we tegenwoordig zoveel technische hulpmiddelen, dat het handhaven van notatieboekjes alleen maar een bewijs is voor het verkalkte karakter van de schaakbonden. Als er dan toch genoteerd moet worden, kunnen moderne schaakregels voorschrijven dat we allemaal een webcammetje moeten meebrengen om boven het bord te hangen en de partij digitaal te kunnen opslaan. Skype zou in dit verband misschien ook een rol kunnen spelen.

Het bestaan van het notatieboekje is al intrigerend genoeg, maar de wijze van gebruik ervan nog meer. Kijk op een schaakavond eens om je heen. Sommigen hebben keurige boekjes bij zich, anderen een verfrommeld exemplaar vol ezelsoren, en volgeladen met kunstzinnige uitingen. En als je de gelegenheid krijgt een blik te slaan op de inhoud, dan vraag je je soms af hoe betrouwbaar die administratie is.

Denk aan de beslissende partij in de meesterklasse, een maand of wat terug, tussen HSG en SMB 1, waarbij de HSG-er ten onrechte meende dat hij geen 40 zetten had gedaan binnen de daarvoor geldende tijd en daarom opgaf. SMB won mede hierdoor sensationeel en glansrijk. Hieruit blijkt meteen de onwaarde van noteren. Als het erop aan komt (tijdnood), hoeft het opeens niet meer van de reglementen! In een dergelijk geval kun je je notatieboekje maar beter met het oud papier aan de straat zetten. Zo te zien gebeurt dat ook wel eens.

Toch zou ik de notatieboekjes niet graag willen missen. Laat het dan zo zijn dat de betere schakers ze niet nodig hebben, en de mindere schakers evenmin: daartussen bevindt zich een grote massa voor wie de boekjes wel nut hebben. Als u denkt niet bij die massa te horen, laat dan het notatieboekje voortaan vooral thuis. Ik geneer me niet mijn notatieboekje trouw mee te brengen, met opgeheven hoofd!

Tenslotte een opmerking over de foto's. Die zijn uit het leven gegrepen: zo ziet een notatieboekje van Frans er inderdaad uit na een verloren partij, en enige dagen later op de stoeprand. Souvenirjagers komen overigens te laat! Het oud papier is gisterenavond opgehaald.

tekst: Cas Aubel
fotografie: Frans Drummen

Volgende aflevering: Openingstheorie


wachtwoord vergeten?


aanmeldingen