Koker 47

vrijdag 14 maart 2008
Zo nu en dan lijkt het leven van een schaker veel op een zwerversbestaan. Al dagen vóór een externe competitiewedstrijd wordt hij door zijn teamleider achter de vodden gezeten om op de vastgestelde avond tijdig zijn plunjezak te bepakken met notatieboekje en schrijfgereedschap, en zich op de vastgestelde plaats en tijd te melden voor het grote avontuur. Dat avontuur kan hem naar de meest exotische plaatsen voeren. Het kan Ganzeheuvel zijn, of Westervoort. Mook of Millingen, Dodewaard of Dukenburg. Het kan Zevenaar zijn of Doetinchem. Het kan zelfs Arnhem zijn, vlak voor de Rijn linksaf, de binnenlanden in, aan de voet van een dijk, naast een pannenkoekenhuis.

De zwervers van SMB 8 waren gepakt en gezakt klaar voor de lange reis naar deze duistere streken. Hun teamleider duldde geen risico’s en verlangde dat iedereen minstens een half uur te vroeg op de plaats van bestemming zou zijn. Aldus geschiedde. Verdwaasd werden ze een barstens volle zaal binnengevoerd. Niemand die aandacht aan hen schonk. Totdat er plotseling iemand riep: het zijn SMB-ers! Op een toon alsof het, nou ja laat ik maar niet zeggen wat zouden zijn. De herberg bleek te klein, en we moesten onverrichter zake terug naar huis.

Hoe dit spannende verhaal verder is afgelopen, moet de teamleider maar vertellen. Alle SMB-ers worden in elk geval verzocht a.s. disndag de spelers van de Toren hartelijk in Nijmegen welkom te heten, en vervolgens het eigen geliefde SMB 8 te steunen en toe te juichen.

Wordt dit een voorbeeld van sportieve wraak?

Koker