Op het laatste moment besloot ik mee te doen aan het OSBO-snelschaaktoernooi in Arnhem van 6 februari jl. Ik had mijn twijfels. Ik wist dat het overgrote deel van de deelnemers een veel hogere rating dan ik heb. Vele nederlagen moet je dan bij voorbaat incalculeren. Daar is moed voor nodig en die moet je eerst verzamelen. Daar staat tegenover dat ik snelschaken toch erg spannend vind en af en toe een overwinning op een sterkere speler geeft een fantastisch gevoel. Misschien dat ik er ook wel een beetje aan verslaafd ben. Dat laatste gaf de doorslag en ik meldde me aan. Die zaterdag per trein naar Arnhem.
Ik stapte uit op station Presikhaaf en wandelde door de gelijknamige woonwijk richting speellocatie. De saaie flats en betonnen laagbouw waar ik langs liep konden me niet echt bekoren. De grote reiger, die plots voor me opdook en met zijn vleugels prachtig klapwiekte, wel. Hij dook vlak voor me een rommelig voortuintje in. Daar streek hij neer bij een piepklein vijvertje met goudvissen, naast een gipsen evenbeeld en kleurige tuinkabouters. Een fraai bizar gezicht.
Op de speellocatie aangekomen trof ik enige andere SMB-ers (Jelle, Jelmer, Maarten, Rob, Chito) en binnen de kortste keren zat menigeen al aan de borden om te "vingeroefenen". Ik zelf raakte in gesprek met een speler van ASV over het onlangs afgeronde Tata-schaaktoernooi. Hij vertelde met gepaste trots dat hij was wezen kijken en dat hij in het hotel de kamer had gehad naast de kamer die Topalov enige jaren terug had bezet. Elke keer ben ik weer blij verrast hoe enthousiast schakers over futiele schaakdetails verhalen kunnen maken. Ik beaamde dat zo'n bijna nabijheid met schaakicoon Topalov bijzonder was en we besloten toen samen ook alvast wat te gaan "oefenen". Het werd een mooi (remise) potje en ingespeeld wachtte ik vervolgens ongeduldig op de openingswoorden van de organisatoren Ruud Wille (van ASV) en ons aller Huub Blom (van de OSBO).
Het toernooi (5 minuten speeltijd per persoon) bestond uit 3 voorrondes, in totaal 9 partijen en 1 finaleronde van 14 partijen. All-in werden er per persoon 23 potjes gespeeld. Ik kwam erg slecht uit het startblok. Verloor 6 partijen op rij. Mijn speelspirit was meteen weg en ik dacht: Wat doe ik hier? Waarom deed ik me deze kwelling ook al weer aan? Deze negatieve gevoelens verdwenen pas toen ik vervolgens drie partijen achter elkaar won. Ik kon het dus nog. Snelschaken en winnen. Ik kreeg weer een beetje zelfvertrouwen terug.
In het middagdeel werd de finalegroep gespeeld. Ik kwam terecht in de laagste groep. Dit geeft ambivalente gevoelens. Je zit in de groep met "de kneuzen", je wilt toch graag zo hoog mogelijk spelen. Daar staat tegenover dat je makkelijker tot een overwinning kunt komen. Hoe het ook zij, eerlijk is eerlijk, ik hoorde qua gespeelde resultaten in deze groep thuis. Dus niet zeuren. Haalde 5,5 punt uit de finalepartijen. Heb in deze groep onder mijn niveau gespeeld, vind ik zelf.
Ik heb achteraf alle verliespartijen nog eens in mijn herinnering terug gehaald. Waardoor verloor ik? Niet alles kan ik me tot in details herinneren maar grofweg kan ik de volgende oorzaken achterhalen: 1. Ik liet een stuk instaan wat zomaar geslagen kon worden (zet in 1). 2. Ik liet een vork van een paard toe (zet in 1). 3. Ik deed een onreglementaire zet (koning stond schaak, ik deed met een ander stuk een zet). 4. Ik werd verrast door een simpele dubbelaanval (zet in 1). 5. Ik werd verrast door een simpele combinatie (zet in 2). 6. Ik werd overspeeld, positioneel overklast. In feite slechts in 4 partijen. De oorzaken 1 t/m 5 waren voor 80% debet aan mijn verlies. Daar kan ik nooit vrede mee krijgen. Het betreft basale schaaktechniek en simpele concentratie. Een jeugdspeler met een rating van 500 weet dit soort zaken (zie stappenboekje 1 en 2) al te voorkomen. Oorzaak 6 had echt te maken met een verschil in speelsterkte sec. Daar heb ik vrede mee.
Dit alles overziend kom ik tot de slotsom dat er nog hoop is voor de toekomst, mits ik oorzaak 1 t/m 5 weet te voorkomen. Dat moet toch te doen zijn? Ik verloor ook geen enkele partij op tijd. Daar ligt het dus niet aan. Gewoon in de toekomst langer nadenken en mijn overwinningspercentage gaat makkelijk met 30%, 40% omhoog.
Niet alles was kommer en kwel. Ik herinner me een moment uit mijn laatste gespeelde partij. Mijn tegenstander stond veel beter en was zeer gretig bezig met een finale koningsaanval. Uit zijn hele lichaamstaal en houding sprak de aanvaller die nog maar enkele zetten verwijderd is van de winst en de glorie. Agressief kijkend, voorovergebogen met een winnende blik in zijn ogen, geen genade hebbend voor de onderliggende partij deed hij een op het oog sterke torenverdubbeling die mat in twee zou geven. Hij had alleen niet gezien dat ik mat in 1 kon geven. Die uitslag maakte veel van mijn dag goed.
Tot slot nog enkele hilarische momenten die ik met name op de andere borden zag. Dan heb ik het niet over zaken als as na 8 zetten merken dat de speelstukken niet in de juiste opstelling op het bord staan, of spelers die nog minutenlang doorspelen en beiden op de klok bonken, terwijl de tijd op de klok allang op is. Nee, dan heb ik het over zaken als een witspeler die, onder tijdsdruk, met een zwart stuk speelt, of een speler die, onder tijdsdruk, en in gewonnen positie de looprichting van de vijandelijke pionnen verkeerd ziet en zijn dame voor een vijandelijke pion zet en niet er achter. Dame eraf. De beteuterde, verstarde, verblufte gezichten van spelers bij verschrikkelijke blunders. Tip: Een alerte fotograaf zou hier menige fotoprijs mee in wacht kunnen slepen. En dan heb ik het alleen over wat ik zag op de aangrenzende borden waar ik zicht op had. Op andere borden, in andere groepen, zullen vast soortgelijke zaken voorgekomen zijn. Snelschaken als slapstick.
Het OSBO-toernooi werd gewonnen door Thomas Beerdsen, met Merijn van Delft en grootmeester Maarten Solleveld als gedeeld tweede. De SMB-ers deden het best goed. Jelle van Deemen werd in de 2e groep met 10 punten gedeeld 2e, Jelmer Wedholm 5e met 5.5 punt. Chito Vergeer werd 1e in de 3e groep met 10 punten. Maarten Smit werd 2e in de 5e groep met 11,5 punt, Rob Lubbers 7e met 1 punt. Ondergetekende werd 6e in de 6e groep met 5.5 punt.
"Heb je het leuk gehad?" vroeg mijn vrouw toen ik die zaterdag afgemat thuis kwam. Ik vond het moeilijk om een eenduidig antwoord te geven. "Toch wel leuk" kwam er het dichtste bij. Nu aanstaande dinsdag naar de clubavond bij SMB. Met Alexander Schippers ben ik bezig met een onderlinge snel schaakmatch. We doen wie het eerst 10 punten heeft. Ik ben ingespeeld.
Frans Drummen
|
|